Historie

De molen is voor J.F. Pompen gebouwd in 1852; oorspronkelijk als "Wind-, Graan-, Schors- en Oliemolen". De oliemolen was naast de huidige romp gesitueerd op "een stuk van 1 a. 10 ca." Al in 1887 werd de oliemolen afgebroken; deze verhuisde vervolgens naar 'De Roosdonck' te Nuenen. De schorsmolen werd afgebroken rond 1920 (enkele restanten zijn nog zichtbaar).

De Pompens bezaten de Heerlijkheid Sterksel en hebben de molen wellicht als beleggingsobject gebouwd, goed vrij op een acht meter hoge molenberg, waardoor de tweede zolder op berghoogte kwam te liggen. Hij ging later in bezit over aan de muldersfamilie Teeuwes.

Twee keer is de molen uitgebrand: in 1862 en in 1904 en beide keren vlot herbouwd.

M. Teeuwes was eigenaar toen op 24 december 1904 zijn molen uitbrandde; hij vertrok toen naar Rijen en verkocht zijn Heezer bedrijf aan de familie Van Asten die in 1905 de herbouwde molen in gebruik nam en er tot 1922 eigenaresse van zou blijven. In laatstgenoemd jaar verkreeg P.H.H. "Pierre" Trouwen uit Nederweert de molen.

In 1942 werden de roeden voorzien van het systeem-Van Bussel.

In 1946 werd oorlogsschade hersteld. Inmiddels was Louis Trouwen, zoon van P.H.H. trouwen, eigenaar. Niet lang daarna kwam het windbedrijf tot stilstand. Louis Trouwen had samen met zijn broer Jan "Sjang" een maalbedrijf.

In 1983/1984 werd de molen, die inmiddels in behoorlijk vervallen staat verkeerde, geheel gerestaureerd. Sindsdien wordt er weer regelmatig gemalen.

Op 23 mei 2005 werd de kap van de molen gehaald i.v.m. een korte, maar flinke restauratie. Vele balkkoppen werden aangestort, de kap voorzien van nieuwe dakbedekking en een nieuwe (bilinga) lange spruit. Verder werden de roeden verlengd en opnieuw opgehekt (wederom met Van Busselwieken). De romp werd weer voorzien van de zwart-witte coating in de verdeling zoals het voor de restauratie van 1983 het geval was. Reeds op 9 juli werden kap en roeden weer aangebracht door de fa. Adriaens en kort daarop kon er als vanouds gemalen worden.

In 2011 werd er ca. 20.000 kg. meel op windkracht vermalen; in 2013 was dat ruim 38.000 kg.; allemaal consumptief: tarwe, rogge en spelt.

Een paar opvallende details nog: de halssteen is zeer groot van formaat en aan de buitenzijde ruw behakt. De vangstukken zijn niet onderling verbonden door maanijzers, maar door een grote band aan de buitenzijde.

De lange zwaarden (schoren) zijn nog met de hand gedisseld (door Frans Hagenaars uit Leende). Ook de korte zwaarden (schoren), die in 1984 niet vervangen zijn, zijn nog ruw bewerkt. Iets wat tegenwoordig zelden meer voorkomt.

De luizolder is bijzonder qua inrichting: het sleepluiwerk kon eventueel aangedreven worden door een elektromotor via div. poelies en assen. Maar daarnaast is er ook een jacobsladder, die zowel op de wind (met een soort luiwerk) en elektrisch kon worden bediend, maar dit is niet meer maalvaardig. De ruimte wordt ook nog gedeeltelijk opgevuld door een kleine silo.

Uniek aan deze molen

De molenbelt is met bijna 7 meter bijzonder hoog; de slanke bouwwijze van de molen draagt sterk bij tot de indruk, dat dit de hoogste beltmolen van Nederland is. Toch is hij dat niet: dat is 'De Korenbloem' te Ulvenhout.

De hoogte van de belt liet hier zelfs de bouw van een tussenzolder toe.

Trivia

Voor 1922 was Hendrik van Asten ("Driekske de mulder") hier molenaar. Hij had de reputatie dat hij "stevig" maalde. Janus Kees (de latere molenaar/molensteenmaker te Leende) kwam in zijn jonge jaren met zijn vader, lopend van Budel naar Eindhoven, langs deze molen. De molen maalde met vier halve. Toen vader Kees Driekske bewonderend aansprak/uitdaagde, gebood Driekske de knecht de molen maar rond vol te leggen. De molen liep toen zo hard, dat de pet van Janus Kees zijn hoofd vloog door de wind die het spoorwiel maakte!



St. Victor


Adres: Leenderweg 14
           5591JE, Heeze

Molenaars:
           Rob van der Veeke            
           Paul Salemans

Openingstijden:
           Zaterdag: 10.00 - 16.00













Te volgen op: